Porto is een prachtige stad vol vriendelijke mensen. De kleuren zijn er prachtig, de banketbakkers bakken de lekkerste dingen en je kunt er zalig port-ijs eten. Er is wel een probleem: de historische binnenstad wordt OVERSPOELD met toeristen, net zoals in Amsterdam. Airbnb's schieten als paddenstoelen uit de grond en in sommige delen kom je alleen nog maar struinende toeristen tegen.
Wat je ook veel tegen komt in Porto is street-art. Mooi, lelijk, tags, uitgebreide kunstwerken, paste-ups, haastige shit, met zorg gemaakte kunst, politiek getinte boodschappen, humoristische tekeningen, filosofische nadenkers enzovoorts. Ik vond het heel erg de moeite waard om daar extra tijd voor vrij te maken. Tijdens een tour met With Locals-João leerden mijn vriendin en ik 'alles' over de street-art in Porto, leerden we iets meer over de makers, de boodschappen erachter, de stromingen en de technieken.
Er wordt uiteraard veel geschilderd op muren (niet op openbare gebouwen die nog in functie zijn), maar ook geplakt (paste-up's) op bijvoorbeeld lantaarnpalen en electriciteitskastjes.
De regel onder street-artists is dat je niet over elkaars werk schildert of plakt. Doet iemand dat wel, dan hoort i er niet bij, is het een prutser. Of een commerciële partij: een voorbeeld zijn de vele paste-ups van wolven die je in Porto ziet. Dat is van een bar of een port-huis en zij plakken gewoon overal waar ze maar kunnen. Heeft niets met street-art te maken.
Je vind echte parels, zoals het gezicht van de man met het baardje, gewoon op de zijkant van een wasplaats op straat.
De tour met João was een spannende ontdekkingstocht, waarna ik anders keek naar de straten waar we doorheen liepen. Bij elke ontdekking van een Hazul of een Costah, werd ik helemaal vrolijk.
Costah is een schilder die jaren geleden begon met 'lievere' werken, rondere vormen. Hij vond Porto een vrouwelijke stad, maar de maatschappij vond hij zo strak, rigide, met strenge vormen. Door ronder, vriendelijker en vrouwelijker vormen te schilderen, hoopte hij meer vriendelijkheid op straat tegen te komen. Zijn figuurtjes hebben hun handen vaak in de vorm van een hart gevormd. Anderen volgden zijn voorbeeld..
Hazul maakt veel kleurrijk, vrolijke werken, ook veel vrouwelijke vormen. Ergens in een interview legt hij uit dat straatkunst nog vrij nieuw is in Porto, maar dat er veel oude muren zijn. Veel panden staan leeg. Er is armoede en de stad is lang niet goed onderhouden. De overheid vond het belangrijk om in andere zaken te investeren. Pas toen Porto in 2001 culturele hoofdstad van Europa zou worden, werd geïnvesteerd in een prettiger woonklimaat in de stad. Gebouwen werden opgeknapt, alles werd aantrekkelijker gemaakt. Wat weer het vele toerisme tot gevolg had.
Ergens zag ik een boodschap op een muur geschilderd: Geef Porto terug aan de bewoners. En op het raam van een vervallen pandje: "Hey look I'm not an hostel yet." Helemaal wrang is het doek dat ik zag in een zijstraat van de Rua das Flores. Erop staat de conversatie van 2 mensen. "Ben je triest?", "Ja", "Waarom?", "Weet ik niet", "Wil je een stad?", "Ja!", hij krijgt Porto te eten, "Beter?", "Veel beter". De stad wordt verkwanseld, weggegeven aan de toeristen en aan de hongerige regeerders die er beter van worden. Op de wereldbol blijft Portugal over met een gat waar Porto zat.
De tegengeluiden gaat vast eens effect hebben. En wil je toch in Porto slapen in een Airbnb, overweeg dan de overkant van de rivier, in Vila Nova de Gaia. Misschien niet zo idylisch, maar net zo gezellig en vandaar wordt je steeds getrakteerd op prachtig uitzicht op die mooie stad Porto.
Bekijk hier nog veel meer street-art in Porto.
zondag 15 juli 2018
maandag 26 september 2016
Mijn eigen chocoladereep gemaakt!
In Tilburg worden superlekkere bonbons gemaakt in Huize Geers in de Piushaven. Al tijden haal ik regelmatig een zakje en geniet van elke smaak. Of het nou melk met lavendel is, puur met La Trappe of een blokje met olijfolie, alles is er even lekker.
Helemaal gelukkig werd ik toen ik hoorde dat je er chocolade kon leren maken vanaf de cacaoboon. Precies zoals ik zo vaak in Mexico heb zien doen (en ook een keer zelf heb gedaan toen ik mee mocht helpen). Nu kon ik zelf aan de slag!
Op zaterdag 24 september 2016 volgde ik de workshop met een paar vrienden.
Na een uitleg van de machines, de 'bakkerij', de chemische processen, de materialen en grondstoffen, gingen we aan de slag. De ruwe cacaobonen met een vliesje worden eerst geroosterd, dan grof gemalen en daarna probeerden we op straat de vliesjes eraf te laten waaien door het in de lucht te gooien. .... Je vind daar nu nog resten cacaoboon, die we niet goed opvingen....
Daarna begon het echte handwerk: malen in de maalsteen. De grove stukjes boon moesten steeds fijner worden. De vetten kwamen vrij en dat zorgde voor een soort van ruwe massa. Na flink malen mochten de smaakstoffen erbij: in elk geval suiker, want de boon zelf is vrij bitter. En dan kun je alle kanten op: notenpasta, chili, kaneel, karamel, zout. Ik koos voor een bepaalde chilivlok uit Peru en Tonka (nooit van gehoord, een soort boon, dat gemalen een gelig poeder oplevert met een bijzondere geur). Ook deed ik er wat melkpoeder bij. Ik ben een melkchocolade eter!
En opnieuw: malen, mengen, fijnmalen. Een scheutje vloeibare cacaoboter zorgde ervoor dat het smeuig bleef. Tussendoor proeven, nog een beetje van dit erbij, een beetje meer van dat, mengen, malen, proeven. De geuren die vrijkomen zijn niet te beschrijven zo lekker en zo puur.
Om een perfect glasse massa te krijgen, gaat het nogmaals door een molen, maar nu één met drie stenen maalcilinders die heel dicht op elkaar staan. Alle ingrediënten worden dan nog een keer extra gemalen en geven hun smaken extra vrij. Mijn toegevoegde chili was ineens echt pittig geworden. Woeha! Weer malen en mengen met de hand, verwarmen met de föhn en toen kon het in de vormpjes in de koelkast.
Tijdens het wachten was het geen straf de stenen maalkommen en gereedschap minutieus .... eh.... schoon te maken.
En tadaaaa, daar hadden we onze eigen repen gemaakt, mooi verpakt in de huisstijl van Huize Geers!
En lékker dat ze zijn!
Helemaal gelukkig werd ik toen ik hoorde dat je er chocolade kon leren maken vanaf de cacaoboon. Precies zoals ik zo vaak in Mexico heb zien doen (en ook een keer zelf heb gedaan toen ik mee mocht helpen). Nu kon ik zelf aan de slag!
Op zaterdag 24 september 2016 volgde ik de workshop met een paar vrienden.
Na een uitleg van de machines, de 'bakkerij', de chemische processen, de materialen en grondstoffen, gingen we aan de slag. De ruwe cacaobonen met een vliesje worden eerst geroosterd, dan grof gemalen en daarna probeerden we op straat de vliesjes eraf te laten waaien door het in de lucht te gooien. .... Je vind daar nu nog resten cacaoboon, die we niet goed opvingen....
Daarna begon het echte handwerk: malen in de maalsteen. De grove stukjes boon moesten steeds fijner worden. De vetten kwamen vrij en dat zorgde voor een soort van ruwe massa. Na flink malen mochten de smaakstoffen erbij: in elk geval suiker, want de boon zelf is vrij bitter. En dan kun je alle kanten op: notenpasta, chili, kaneel, karamel, zout. Ik koos voor een bepaalde chilivlok uit Peru en Tonka (nooit van gehoord, een soort boon, dat gemalen een gelig poeder oplevert met een bijzondere geur). Ook deed ik er wat melkpoeder bij. Ik ben een melkchocolade eter!
En opnieuw: malen, mengen, fijnmalen. Een scheutje vloeibare cacaoboter zorgde ervoor dat het smeuig bleef. Tussendoor proeven, nog een beetje van dit erbij, een beetje meer van dat, mengen, malen, proeven. De geuren die vrijkomen zijn niet te beschrijven zo lekker en zo puur.
Om een perfect glasse massa te krijgen, gaat het nogmaals door een molen, maar nu één met drie stenen maalcilinders die heel dicht op elkaar staan. Alle ingrediënten worden dan nog een keer extra gemalen en geven hun smaken extra vrij. Mijn toegevoegde chili was ineens echt pittig geworden. Woeha! Weer malen en mengen met de hand, verwarmen met de föhn en toen kon het in de vormpjes in de koelkast.
Tijdens het wachten was het geen straf de stenen maalkommen en gereedschap minutieus .... eh.... schoon te maken.
En tadaaaa, daar hadden we onze eigen repen gemaakt, mooi verpakt in de huisstijl van Huize Geers!
En lékker dat ze zijn!
maandag 19 september 2016
Mountain van Anish Kapoor
Ik ging het hoekje om in de grote exporuimte in Beelden aan Zee, niet wetend wat ik zou aantreffen. En bijna werd ik van mijn sokken geblazen door een majestueus werk van Anish Kapoor (en dat is niet de eerste keer dat dat gebeurt met een werk van hem): MOUNTAIN.
Ik raad IEDEREEN aan naar Beelden aan Zee te gaan om dit te gaan zien. Het liefst op een dag met zon en wolken.
Mountain is 2,5 meter hoog en vijf meter breed, bestaat uit 1000 onderdelen en 10.000 schroeven, en is opgebouwd uit 120 lagen aluminium, twee centimeter dik en gemonteerd op een armatuur. Je kunt erom heem lopen, en vanaf een trapje in de berg kijken. De lijnen, de schaduwen, het ritme, de glans, het is bijna hypnotiserend.
Realisme van Stijn Rietman
In het Drents Museum in Assen zag ik laatst een tentoonstelling van schilder Stijn Rietman. Hij studeerde in 2006 zaf aan de Academie Minerva in Groningen. Met humor en vervreemding schildert hij realistische werken. Soms met totaal weirde voorwerpen als een zakje neongele veters. Dan sta je te kijken naar een schilderij van een zakje schoenveters, dat de werkelijkheid zo benaderd dat je echt moet bestuderen welk deel geschilderd is, en welk deel gefotografeerd. Tot je erachterkomt, dat er geen fotografie aan te pas is gekomen. Alles is geschilderd. Een zakje veters....
Ik had echt schik bij deze expo. Op rare hoekjes hingen gekke schilderijtjes met lichtelijk betekenisloze objecten. Een mooi ovaal lijstje hing in een deuropening. Een plek waar ja eigenlijk gewoon voorbij loopt, daar kijk je niet, dat sla je over. En dan hangt daar een schilderijtje van wat snoepjes. Prachtig gemaakt!
Of een witte muur, waar dan ergens een heel klein virkantje met iets te zien is. Eerst dacht ik dat het een vlek was, een rare vlieg. Maar als je dichterbij kijkt is het een gaatje in de muur van niet groter dan 1 x 1 cm, waarin een schilderijtje van precies die maat is ingestopt, een zelfportretje van de schilder. Zo van 'jij ziet mij niet, maar ik zie jou wel'. Zeer geestig.
De opmerking van een zuurkijkende bezoeker, die bijna hollend voorbij de werken liep, maakte het voor mij nog geestiger: "Hier hou ik nou helemaal niet van, dat moderne gedoe".
Nou, ík wel!
Stijn Rietman
was te zien t/m 4 september 2016 in Drents Museum Assen.
Ik had echt schik bij deze expo. Op rare hoekjes hingen gekke schilderijtjes met lichtelijk betekenisloze objecten. Een mooi ovaal lijstje hing in een deuropening. Een plek waar ja eigenlijk gewoon voorbij loopt, daar kijk je niet, dat sla je over. En dan hangt daar een schilderijtje van wat snoepjes. Prachtig gemaakt!
Of een witte muur, waar dan ergens een heel klein virkantje met iets te zien is. Eerst dacht ik dat het een vlek was, een rare vlieg. Maar als je dichterbij kijkt is het een gaatje in de muur van niet groter dan 1 x 1 cm, waarin een schilderijtje van precies die maat is ingestopt, een zelfportretje van de schilder. Zo van 'jij ziet mij niet, maar ik zie jou wel'. Zeer geestig.
De opmerking van een zuurkijkende bezoeker, die bijna hollend voorbij de werken liep, maakte het voor mij nog geestiger: "Hier hou ik nou helemaal niet van, dat moderne gedoe".
Nou, ík wel!
Stijn Rietman
was te zien t/m 4 september 2016 in Drents Museum Assen.
dinsdag 6 september 2016
Zomer in Beelden aan Zee
In de zomer van 2016 haalde Beelden aan Zee in Scheveningen de zomer in huis met Braziliaanse kunst. Tegelijk met de Olympische spelen, ook in Brazilië! Kunstkijken en sport kijken uit hetzelfde land.
Zowel in het museum als op de Lange Voorhout is Braziliaans werk te zien: Brasil, Beleza?!
Drie werken sprongen er voor mij uit: als eerste Podium for Nobody van Lais Myrrha. Dit werk van poeder-cement brokkelt langzaam af. Het werk is tijdens de opbouw van de expo neergezet als podium voor drie winnaars met 3 niveaus. Door het materiaal zal het echter nooit ook maar een winnaar kunnen dragen. Het is een ode aan de instabiliteit, iets waar het land Brazilië onder lijdt.
Het tweede is het werk dat ook als boegbeeld voor de tentoonstelling is gebruikt, de fiets met luchtige bakstenen. De economie van Brazilië groeit snel. Dat wordt voor een groot deel gedragen door de arbeiders. Maar kunnen die dat wel aan, kunnen die de groei bijhouden? Deze gewone fiets (veel gebruikt door arbeiders) is beladen met 400 kilo bakstenen. Er is niet meer op te fietsen. De stenen zijn licht, waardoor ze makkelijker te vervoeren zijn. Maar ze zijn ook minder sterk.... instabieler. Hadden we dat net ook niet bij Lais Myrrha?
Van het derde werk dat ik echt te gek vond in deze tentoonstelling, werd ik echt verschríkkelijk blij. Grey scale van João Loureiro. Een ijsmachine. In de tentoonstelling. Eerst snapte ik het niet echt. Het ding stond er maar, met een draadje in het stopcontact. Stoeltje erbij. IJs erin. Grijs ijs.
Toen zag ik op een bordje dat er elk heel uur ijs gekocht kon worden, € 1 per bolletje. Kunst eten. Geweldig!
Dus op een heel uur ging ik grijs ijs proeven en toen kreeg ik het verhaal van het kunstwerk te horen. Brazilië is een zeer kleurrijk land. Zwierig, zwaaiend, vrolijk, kleurrijk. Maar wat gebeurt er nou als je de kleur eruit haalt? Loureiro wilde uitzoeken hoe dat werkt, hoe dat overkomt. Iets wat we altijd met kleur associëren is ijs. Als je daar de kleur uithaalt, wat doet dat dan met je?
Er waren 6 smaken. In volgorde van licht naar donker grijs: yoghurt, vanille, banaan, citroen, mascarpone en aardbei (bijna zwart). Het ijs wordt gemaakt door Florencia en Den Haag, speciaal voor dit kunstwerk. Hoe het smaakte? ZALIG! Uiteindelijk heb ik elke smaak geproefd. Ik hou nooit van bananenijs, maar deze grijze was zalig.
Toch blijken er mensen te zijn die het pertinent niet willen eten!
De expo op de Lange Voorhout is al afgelopen. In het museum kun je tot 2 oktober gaan kijken.
Zowel in het museum als op de Lange Voorhout is Braziliaans werk te zien: Brasil, Beleza?!
Drie werken sprongen er voor mij uit: als eerste Podium for Nobody van Lais Myrrha. Dit werk van poeder-cement brokkelt langzaam af. Het werk is tijdens de opbouw van de expo neergezet als podium voor drie winnaars met 3 niveaus. Door het materiaal zal het echter nooit ook maar een winnaar kunnen dragen. Het is een ode aan de instabiliteit, iets waar het land Brazilië onder lijdt.
Het tweede is het werk dat ook als boegbeeld voor de tentoonstelling is gebruikt, de fiets met luchtige bakstenen. De economie van Brazilië groeit snel. Dat wordt voor een groot deel gedragen door de arbeiders. Maar kunnen die dat wel aan, kunnen die de groei bijhouden? Deze gewone fiets (veel gebruikt door arbeiders) is beladen met 400 kilo bakstenen. Er is niet meer op te fietsen. De stenen zijn licht, waardoor ze makkelijker te vervoeren zijn. Maar ze zijn ook minder sterk.... instabieler. Hadden we dat net ook niet bij Lais Myrrha?
Van het derde werk dat ik echt te gek vond in deze tentoonstelling, werd ik echt verschríkkelijk blij. Grey scale van João Loureiro. Een ijsmachine. In de tentoonstelling. Eerst snapte ik het niet echt. Het ding stond er maar, met een draadje in het stopcontact. Stoeltje erbij. IJs erin. Grijs ijs.
Toen zag ik op een bordje dat er elk heel uur ijs gekocht kon worden, € 1 per bolletje. Kunst eten. Geweldig!
Dus op een heel uur ging ik grijs ijs proeven en toen kreeg ik het verhaal van het kunstwerk te horen. Brazilië is een zeer kleurrijk land. Zwierig, zwaaiend, vrolijk, kleurrijk. Maar wat gebeurt er nou als je de kleur eruit haalt? Loureiro wilde uitzoeken hoe dat werkt, hoe dat overkomt. Iets wat we altijd met kleur associëren is ijs. Als je daar de kleur uithaalt, wat doet dat dan met je?
Er waren 6 smaken. In volgorde van licht naar donker grijs: yoghurt, vanille, banaan, citroen, mascarpone en aardbei (bijna zwart). Het ijs wordt gemaakt door Florencia en Den Haag, speciaal voor dit kunstwerk. Hoe het smaakte? ZALIG! Uiteindelijk heb ik elke smaak geproefd. Ik hou nooit van bananenijs, maar deze grijze was zalig.
Toch blijken er mensen te zijn die het pertinent niet willen eten!
De expo op de Lange Voorhout is al afgelopen. In het museum kun je tot 2 oktober gaan kijken.
maandag 5 september 2016
Banksy in de Beurs van Berlage
Begin juli 2016 moest ik in Amsterdam zijn voor een afspraak in de ochtend. In de middag liep ik rond in de Jordaan, waar ik lang geleden kort gewoond heb. Ik kwam langs allerlei plekken, winkels, grachten, cafés waar ik herinneringen aan heb. Ook kwam ik langs de Beurs van Berlage, waar een expo van Banksy was. Ik wist eigenlijk niets van deze graffittikunstenaars en was nieuwsgierig. Voor mij een verrassingsbezoek dus, onverwacht kunst-kijken.
Achter de naam Banksy zit een onbekend (?) persoon, die op straat graffittikunst achterlaat met een boodschap, Het zijn beelden die tot nadenken aanzetten, soms met wat humor, maar vaak ook met een triestheid of als aanklacht. Soms bitter.
De ruimte van de Beurs van Berlage is mooi, onder de grond, oude muren, heel ruim opgezet. Het werk van Banksy past daar goed. De expo is tot 3 september 2016 te bekijken.
Dit werk heet Christ with shopping bags. Het houdt een spiegel voor: we kopen ons helemaal suf rond kerstmis. In plaats van een religieus feest is kerst verworden tot een materialistische overconsumptie, totaal niet waar het ooit mee begon. En we doen er allemaal aan mee. Degenen die ook nog ruimte heeft voor religie, gaat naar de kerk, die (alleen dan) overvol is. Hoe echt is dat geloof dan nog. Wat heeft dat nog met Christus te maken?
De werkwijze van Banksy is als volgt: hij maakt sjablonen van de afbeelding die hij wil maken. Voor elke kleur een sjabloon. s'Nachts zet hij met spuitbussen de afbeelding op een muur ergens in de wereld (zijn werk is al op vele plekken opgedoken, niemand weet wanneer er waar iets nieuws zal opduiken). Hij is weer weg voordat iemand het in de gaten heeft. Slechts zeer weinigen weten wie hij is en hebben contact met hem. Hij heeft 1 of 2 galeries die zijn werk verkopen (schilderijen gemaakt met die sjablonen). Voor deze expo is samengewerkt met één van die galeries.
Het werk hiernaast vind ik indrukwekkend. Het heet Media Canvas. Het is een aanklacht tegen de exploitatie van de oorlog. De media zijn eerder bezig met aangrijpende beelden te maken, dat lijkt voorrang te hebben op de hulp aan slachtoffers. Banksy beeldt dit af als een geregisseerd stuk, terwijl een oorlog en het leed dat daaruit vloeit zich niet laat regisseren.
En spelen onze kinderen straks met een kogelvrij vest, vrolijk zelfs, zonder zich te realiseren dat dat absurd is?
Sommigen associeren dergelijke straatkunstenaars, die zich niet laten pakken, met ratten. Je ziet ze niet vaak, maar ze zijn er wel en ze zijn vervelend. Banksy maakte deze prent, doelend op zichzelf. Een stoorzender, een rat die zich niet laat pakken.
Na het zien van de expo googelde ik op Banksy en er blijken wel degelijk ideeën te zijn over zijn identiteit. Robin Cunningham zou achter de kunstenaar schuil gaan. Maar hoe is het mogelijk, een paar dagen voordat ik deze blogpost schrijf is er al een nieuwe gedachte: Banksy zou een lid zijn van de band Massive Attack. De locaties en timing van een Bansky werk komen overeen met de plekken en tijden van een optreden van Massive Attack. Wie zal het zeggen... het mysterie is nog niet opgelost!
Achter de naam Banksy zit een onbekend (?) persoon, die op straat graffittikunst achterlaat met een boodschap, Het zijn beelden die tot nadenken aanzetten, soms met wat humor, maar vaak ook met een triestheid of als aanklacht. Soms bitter.
De ruimte van de Beurs van Berlage is mooi, onder de grond, oude muren, heel ruim opgezet. Het werk van Banksy past daar goed. De expo is tot 3 september 2016 te bekijken.
Dit werk heet Christ with shopping bags. Het houdt een spiegel voor: we kopen ons helemaal suf rond kerstmis. In plaats van een religieus feest is kerst verworden tot een materialistische overconsumptie, totaal niet waar het ooit mee begon. En we doen er allemaal aan mee. Degenen die ook nog ruimte heeft voor religie, gaat naar de kerk, die (alleen dan) overvol is. Hoe echt is dat geloof dan nog. Wat heeft dat nog met Christus te maken?
De werkwijze van Banksy is als volgt: hij maakt sjablonen van de afbeelding die hij wil maken. Voor elke kleur een sjabloon. s'Nachts zet hij met spuitbussen de afbeelding op een muur ergens in de wereld (zijn werk is al op vele plekken opgedoken, niemand weet wanneer er waar iets nieuws zal opduiken). Hij is weer weg voordat iemand het in de gaten heeft. Slechts zeer weinigen weten wie hij is en hebben contact met hem. Hij heeft 1 of 2 galeries die zijn werk verkopen (schilderijen gemaakt met die sjablonen). Voor deze expo is samengewerkt met één van die galeries.
En spelen onze kinderen straks met een kogelvrij vest, vrolijk zelfs, zonder zich te realiseren dat dat absurd is?
De looproute in de expo wordt in stijl aangegeven. |
Sommigen associeren dergelijke straatkunstenaars, die zich niet laten pakken, met ratten. Je ziet ze niet vaak, maar ze zijn er wel en ze zijn vervelend. Banksy maakte deze prent, doelend op zichzelf. Een stoorzender, een rat die zich niet laat pakken.
Na het zien van de expo googelde ik op Banksy en er blijken wel degelijk ideeën te zijn over zijn identiteit. Robin Cunningham zou achter de kunstenaar schuil gaan. Maar hoe is het mogelijk, een paar dagen voordat ik deze blogpost schrijf is er al een nieuwe gedachte: Banksy zou een lid zijn van de band Massive Attack. De locaties en timing van een Bansky werk komen overeen met de plekken en tijden van een optreden van Massive Attack. Wie zal het zeggen... het mysterie is nog niet opgelost!
zondag 4 september 2016
Op bezoek bij de Maya's in Assen
Op 30 juli 2016 reisde ik van Tilburg naar Assen (ruim 3 uur heen en 3 uur terug) om me een dagje onder te dompelen in de wereld van de Maya's. Ik had het gevoel 'oude bekenden' te bezoeken. Diverse keren reisde ik in Mexico en Guatemala door Maya-gebied, in musea in Mexico stond ik vaak oog in oog met de prachtigste objecten en in Yucatan, Chiapas, Noord-Guatemala en Belize liep ik uren rond op overgebleven ruïnes waar ooit Maya's woonden. Ik voelde bijna een heerlijke spanning toen ik eindelijk in Assen was en deze 'oude bekenden' weer kon ontmoeten.
Het was een onvergetelijke ervaring. 5 uur lang liep ik in volle bewondering, verbazing en herkenning rond. Wat een geweldige tentoonstelling! Ik had verwacht veel bekende objecten te zien, maar niets daarvan. Het merendeel had ik nog nooit gezien en was totaal nieuw voor me. Wat geweldig! Het meeste kwam uit Guatemala, wat ik veel minder goed ken dan Mexico. Het voelde als de lekkerste snoepjes proeven in de beste snoepjeswinkel.
In de tentoonstelling wordt stil gestaan bij de opkomst van de Mayacultuur, het dagelijks leven, heersers, rituelen, ambacht, hiërarchie, voedsel, het oosprongsverhaal van mensen uit mais, de Popol Vuh met Hunahpu en Xbalanche, de kalender, godsdienst, landbouw, het schrift, sieraden, offers, sport en spel en uiteindelijk de raadselachtige ondergang. Goede uitleg, mooie keuzes van objecten bij die uitleg, mooi vormgegeven. Hoewel in de gangetjes die verschillende tempellagen symboliseren soms te weinig ruimte is om andere museumbezoekers te passeren én de stukken goed te zien. De tekstbordjes waren niet altijd even goed te lezen. Maar verder: chapeau! Ook fijn dat in het restaurant lichtelijk Mexicaanse hapjes te krijgen zijn.
Het beschilderde aardewerk is prachtig, zeer gedetailleerd, heel verhalend. Wat hadden de Maya's toch een prachtige beeldtaal. Dan de vazen en plaquettes met inscripties en afbeeldingen van heersers! Ook al zo mooi. De pot van de vrucht van de Ceibaboom met een uilenkop had ik nog nooit gezien. Het kikkertje van schelp, de godin van de cacao (cacaobonen werden gebruikt als betaalmiddel. Suiker was er nog niet en om de bittere smaak van cacao weg te nemen, werd het gemengd met chilipeper, vanille en mais. Nu nog wordt er iets dergelijks gedronken: champurado).
Er is veel ruimte voor een beeld dat een kruipende krijger voorstelt. Pas in 1990 is dit beeld gevonden bij graafwerkzaamheden in Guatemala. Het heeft nog een beetje de originele kleuren. De krijger lijkt als een katachtige een prooi te besluipen. Zijn masker is als van een kat en hij draagt een een doek met een geschilded patroon van een jaguar. Dergelijke beelden zijn er maar zeer weinig gevonden. Een sukkel van de bovenste plank had waarschijnlijk ruimtegebrek en heeft het in tweeën gezaagd. Het is op de illegale kunsthandel terecht gekomen, maar nu gelukkig weer als één stuk te bewonderen.
In 2001 werd ten noorden van Tikal de ruïne van San Bartolo ontdekt, vooral bijzonder vanwege de muurschilderingen, in de tentoonstelling 'de Sixtijnse kapel van de Maya's' genoemd. Een muurschildering zoals deze vertelt veel over de Maya's en hun leefwereld. Deze schilderingen zijn van ca. 300 v Chr tot 50 na Chr, vrij oud dus voor Meso-Amerikaanse begrippen. Delen zijn vergaan maar veel is nog goed te zien en te interpreteren. Ook hier is het weer heel verhalend. Het oorsprongsverhaal komt voorbij met onderdelen uit de Popol Vuh, de maïsgod, een inauguratie van een koning (zou die opdracht hebben gegeven voor deze schilderingen?), dans, riruelen. Op een lange muur in de tentoonstelling zijn de muurschilderingen gekopieerd. Uitlegborden geven de mogelijkheid de beelden te begrijpen. Gefascineerd was ik hierdoor. Op internet zijn filmpjes te vinden van het archeologische werk in San Bartolo. Deze geeft een goed beeld van het werk.
Het was een onvergetelijke ervaring. 5 uur lang liep ik in volle bewondering, verbazing en herkenning rond. Wat een geweldige tentoonstelling! Ik had verwacht veel bekende objecten te zien, maar niets daarvan. Het merendeel had ik nog nooit gezien en was totaal nieuw voor me. Wat geweldig! Het meeste kwam uit Guatemala, wat ik veel minder goed ken dan Mexico. Het voelde als de lekkerste snoepjes proeven in de beste snoepjeswinkel.
In de tentoonstelling wordt stil gestaan bij de opkomst van de Mayacultuur, het dagelijks leven, heersers, rituelen, ambacht, hiërarchie, voedsel, het oosprongsverhaal van mensen uit mais, de Popol Vuh met Hunahpu en Xbalanche, de kalender, godsdienst, landbouw, het schrift, sieraden, offers, sport en spel en uiteindelijk de raadselachtige ondergang. Goede uitleg, mooie keuzes van objecten bij die uitleg, mooi vormgegeven. Hoewel in de gangetjes die verschillende tempellagen symboliseren soms te weinig ruimte is om andere museumbezoekers te passeren én de stukken goed te zien. De tekstbordjes waren niet altijd even goed te lezen. Maar verder: chapeau! Ook fijn dat in het restaurant lichtelijk Mexicaanse hapjes te krijgen zijn.
Het beschilderde aardewerk is prachtig, zeer gedetailleerd, heel verhalend. Wat hadden de Maya's toch een prachtige beeldtaal. Dan de vazen en plaquettes met inscripties en afbeeldingen van heersers! Ook al zo mooi. De pot van de vrucht van de Ceibaboom met een uilenkop had ik nog nooit gezien. Het kikkertje van schelp, de godin van de cacao (cacaobonen werden gebruikt als betaalmiddel. Suiker was er nog niet en om de bittere smaak van cacao weg te nemen, werd het gemengd met chilipeper, vanille en mais. Nu nog wordt er iets dergelijks gedronken: champurado).
Ook nieuw voor mij was de paleisgroep uit 700 na Chr, gevonden in El Perú-Waka (Guatemala). Een koning en koningin zijn omringd door 20 andere aardenwerken beeldjes van de voorganger (de overleden koning), de troonopvolger, schrijvers, dansers, balspelers, dwergen (die bijzondere gaven zouden hebben), en andere mensfiguurtjes. Prachtig vormgegeven, nog heel gaaf.
Er is veel ruimte voor een beeld dat een kruipende krijger voorstelt. Pas in 1990 is dit beeld gevonden bij graafwerkzaamheden in Guatemala. Het heeft nog een beetje de originele kleuren. De krijger lijkt als een katachtige een prooi te besluipen. Zijn masker is als van een kat en hij draagt een een doek met een geschilded patroon van een jaguar. Dergelijke beelden zijn er maar zeer weinig gevonden. Een sukkel van de bovenste plank had waarschijnlijk ruimtegebrek en heeft het in tweeën gezaagd. Het is op de illegale kunsthandel terecht gekomen, maar nu gelukkig weer als één stuk te bewonderen.
In 2001 werd ten noorden van Tikal de ruïne van San Bartolo ontdekt, vooral bijzonder vanwege de muurschilderingen, in de tentoonstelling 'de Sixtijnse kapel van de Maya's' genoemd. Een muurschildering zoals deze vertelt veel over de Maya's en hun leefwereld. Deze schilderingen zijn van ca. 300 v Chr tot 50 na Chr, vrij oud dus voor Meso-Amerikaanse begrippen. Delen zijn vergaan maar veel is nog goed te zien en te interpreteren. Ook hier is het weer heel verhalend. Het oorsprongsverhaal komt voorbij met onderdelen uit de Popol Vuh, de maïsgod, een inauguratie van een koning (zou die opdracht hebben gegeven voor deze schilderingen?), dans, riruelen. Op een lange muur in de tentoonstelling zijn de muurschilderingen gekopieerd. Uitlegborden geven de mogelijkheid de beelden te begrijpen. Gefascineerd was ik hierdoor. Op internet zijn filmpjes te vinden van het archeologische werk in San Bartolo. Deze geeft een goed beeld van het werk.
Vilt en breiwerk in Fries Museum
Op vrijdag 22 juli 2016 bezocht ik het Fries Museum in Leeuwarden. Twee mooie textiele tentoonstellingen waren er tegelijk te bezoeken. Wat een geluk!
De eerste was Claudy Jongstra: Ancient light. Een overzicht van het onderzoekswerk van Claudy. Je volgt haar bijna in haar onderzoek naar een juiste kleur, textuur, vorm, uitstraling. Duurzaamheid, ambachtelijkheid zijn belangrijk en het kennen van de bron. Geduld en het experiment kenmerken de werken die te zien zijn in de expo. Er is bekender werk te zien, maar ook zoiets verrassends als eindeloze rijen potten met plantaardige kleurmengsels. Visueel heel mooi, de opstelling op zich is als kunst, terwijl het gaat om het experiment, het ontwikkelen van kleurstoffen, uitvogelen welke pleant welke kleur geeft, in welke intensiteit en met welke hoeveelheid en in welke mengvorm. Prachtig gedaan.
Eén kunstwerk springt eruit, een hangende cirkel met daaraan draden in wit en blauw. Het lijkt een ruimte om te mediteren, rustig te worden, na te denken. En dat lijkt te werken, mensen worden stil in die ruimte, gaat voorzichtig naar het binnenste van de cirkel.
Nog te zien t/m 8 januari 2017
Foto hiernaast (links): een zoekplaatje. Waar is mijn hoofd!
De tweede expo die te zien was, was Breien! Misschien was deze wel nóg leuker dan de vilt-expo. Zoveel humor, ambacht, prachtige vormgeving, mooi verhaal. Je kon in een rare tent 'wand-kleding' aantrekken, de geschiedenis van breien volgen aan de hand van deels gebreide kijkdozen, je kon uiteraars zelf een stukje breien en je vergapen aan de meest uiteenlopende gebreide kunstvoorwerpen en kledingstukken. Wat een genot!
Heel bijzonder zijn de truien van Loes Veenstra uit Rotterdam. Ze breit de ene trui na de andere, zonder patroon, gewoon op gevoel. Haar huis ligt er vol mee, ruim 500. Toen dat werd ontdekt, werd het een rage, kwam er een boek, een expo in Tokyo en een geweldige flashmob. Hartverwarmend, om heel blij van te worden, alle 550 truien in een flashmob!
De eerste was Claudy Jongstra: Ancient light. Een overzicht van het onderzoekswerk van Claudy. Je volgt haar bijna in haar onderzoek naar een juiste kleur, textuur, vorm, uitstraling. Duurzaamheid, ambachtelijkheid zijn belangrijk en het kennen van de bron. Geduld en het experiment kenmerken de werken die te zien zijn in de expo. Er is bekender werk te zien, maar ook zoiets verrassends als eindeloze rijen potten met plantaardige kleurmengsels. Visueel heel mooi, de opstelling op zich is als kunst, terwijl het gaat om het experiment, het ontwikkelen van kleurstoffen, uitvogelen welke pleant welke kleur geeft, in welke intensiteit en met welke hoeveelheid en in welke mengvorm. Prachtig gedaan.
Eén kunstwerk springt eruit, een hangende cirkel met daaraan draden in wit en blauw. Het lijkt een ruimte om te mediteren, rustig te worden, na te denken. En dat lijkt te werken, mensen worden stil in die ruimte, gaat voorzichtig naar het binnenste van de cirkel.
Nog te zien t/m 8 januari 2017
Foto hiernaast (links): een zoekplaatje. Waar is mijn hoofd!
Een gebreide zoon van Marieke Voorsluijs |
Heel bijzonder zijn de truien van Loes Veenstra uit Rotterdam. Ze breit de ene trui na de andere, zonder patroon, gewoon op gevoel. Haar huis ligt er vol mee, ruim 500. Toen dat werd ontdekt, werd het een rage, kwam er een boek, een expo in Tokyo en een geweldige flashmob. Hartverwarmend, om heel blij van te worden, alle 550 truien in een flashmob!
Abonneren op:
Posts (Atom)